Wat is talent?

Wat is talent?

Sinds een paar jaar krijgen de beste jonge talenten in Europa onder 23 jaar via de “ Young Riders Acadamy“ een kans om een aantal maanden in de keuken van een internationale topruiter te kijken.
Een unieke kans voor een jonge ruiter om zich verder te bekwamen. Niet alleen op het rijkunstig vlak, maar ook het hele gebeuren er omheen kunnen jonge talenten dagelijks meekrijgen. Ze zuigen het als het ware op. Dit is veel effectiever dan een paar keer per week les krijgen.

De lijst van dit jaar bevat een aantal bekende namen, vaak uit gevestigde paardenfamilies; Lisa Nooren, Sanne Thijssen, Harry Charles, Darragh Ryan, Pieter Clemens, Christopher Kläsener en .. huh.. ? Een Bulgaar..? Ja, een Bulgaarse ruiter. Ventsislav Izov. Met 18 jaar de jongste. Een heel groot talent.
Nou is deze Bulgaarse jongen toevallig een leerling van mij. Hij kwam ´s zomers al vaak 3 maanden bij mij in Duitsland toen hij een jaar of 13 was. In Bulgarije duren de schoolvakanties 3 tot 4 maanden vanwege de hitte. Omdat ik als Chef d´Equipe van het Bulgaarse jeugdteam fungeerde verbleven ca 5 , 6 Bulgaarse jeugdruiters bij mij thuis. Ventsi was altijd al een jongen met heel veel talent.

Maar wat is nou eigenlijk talent?

Er zijn vele beschrijvingen van wat een ruiter nodig heeft om de top te bereiken. Ambitie, doorzettingsvermogen, sterke wil, goede zenuwen, het vermogen om de juiste paarden te vinden, etc. Allemaal waar. Ruitergevoel hoort daar ook bij,
Maar dat natuurlijke gevoel interesseert mij juist! Dat talent dat weinigen hebben.. wat is dat?

Mijn vader zei vaak, Iemand heeft talent als hij iets goed doet zonder dat hij dat zelf weet..
Dat was bij Ventsi precies het geval!
Hij reed altijd puur op gevoel en nam in het parcours alle beslissingen instinctief!
.Ik weet nog heel goed dat ik hem op concours alle afstanden uitlegde waar hij bv wachten moest op 5 en vooruit op 6 etc. Op een gegeven moment zei hij: „In fact you don´t have to tell me all that stuff. I´ll forget it anyway..“
Vanaf dat moment heb ik inderdaad die theorieën achterwege gelaten tijdens het parcourslopen. Het zou hoogstens een storende factor zijn. Als je een ruiter te plotseling wil veranderen en veel dingen gaat theoretiseren haal je juist dát weg wat hem zo ver gebracht heeft. Zijn gevoel..
Vaak is het niet belangrijk wat je zegt, maar wat je niet zegt.! Ik ben nog steeds van mening dat veel coaches veel te veel zeggen voor de start! Zoveel opdrachten kun je niet allemaal tegelijk onthouden!
Ik heb me bij Ventsi dus altijd beperkt tot een paar wezenlijke dingen en heb voor de rest vertrouwd op zijn talent..
Dat is eigenlijk heel raar. Ik kan me herinneren dat we bv in Arezzo de parcoursen voor het EK Junioren verkenden wat in die grote graspiste heel dik en technisch gebouwd was. Alle landen hadden toptrainers bij zich die alles tot in de laatste details analyseerden, en ik nam met hem even de volgorde door en klaar.. Vreemd gevoel.
Toch reed die bengel daar fantastische parcoursen terwijl hij net 14 jaar was! Én dan ook nog met een pas 8 jarig Bulgaars vosje van onbenullige Trakehner afstamming die bij de buurman gekocht was voor 2000 Euro. Hij nam in het parcours steeds puur op gevoel de op dát moment juiste beslissing.

Maar je kunt natuurlijk niet eeuwig alleen maar op gevoel een beetje rondrijden. In de zwaarste parcoursen staat alles zó technisch, dat je echt wel een plan moet hebben, anders loop je op den duur toch onherroepelijk vast.
Daarom heb ik Ventsi in training altijd gezegd de galopsprongen in zijn gedachten mee te tellen. Use your eye. The counting is just a backup. In het parcours mocht hij het dan gewoon doen zoals hij het altijd gewend was.
Je zag vroeger vaker, vooral Engelse, topruiters alle afstanden van meer dan 3 galopsprongen gewoon op gevoel rijden. En dan vaak met een extra galopsprong. David Broome heeft het altijd gedaan, en ik heb ook Skelton de laatste jaren met Big Star er nog regelmatig puur uit reflex een galopsprong bij zien trekken.

Anderhalf jaar na Arezzo mocht Ventsi in Redefin internationaal rijden tussen de senioren. Daar merkte ik voor het eerst dat hij nu tóch tijdens het parcourslopen er bewust al mee bezig was hoeveel galopsprongen je moest rijden in de afstanden. Hij voerde alle opdrachten dan in het parcours ook perfect uit, hoewel ik hem daar nooit toe gedwongen had.
Tijdens de training meetellen heeft hem er langzaam toch aan doen wennen, en hij was zelf op het idee gekomen om het in het parcours ook zo te doen.

Ik heb dat vaker gehad met leerlingen die in de war kwamen als ze het aantal galopsprongen van te voren wisten. Een Duits meisje bv die veel te veel terug reed als het op wachten stond of veel te veel naar voren als het iets vooruit stond. Puur op gevoel deed ze het echter perfect.
Ook haar heb ik in training altijd gewoon de galopsprongen mee laten tellen, op concours mocht ze het dan doen zoals ze het altijd op haar eigen manier had gedaan. Óók zij begon na ca een half jaar op concours toch spontaan gewoon de afstanden te meten om het vervolgens precies naar plan te rijden. Ze was er langzaam aan gewend geraakt.

Het rijden van afstanden is een heel belangrijk onderdeel geworden van de springsport. Het is iets wat je echt kunt léren. Sterker nog.. soms heb ik het gevoel dat mensen met heel veel talent het eerst moeilijk vinden om precies het voorgeschreven aantal galopsprongen te rijden, omdat ze onderweg soms al een andere afstand zien.
Ik denk ook dat je vroeger in bv de zeventiger jaren veel meer talent en natuurlijk oog nodig had in de topsport. Bijna alle sprongen moest je opnieuw op het oog aanrijden en de geweldige massieve hindernissen vergden altijd de juiste dosis druk. Tegenwoordig zie je veel meer ruiters en vooral ook amazones die middelmatig talent hebben, maar die het rijden van het begin af goed hebben geleerd. En dan heb ik het vooral over een goede basishouding. Als je dat vanaf het begin goed leert, heb je er later altijd voordeel van. Vooral in Amerika tijdens die Equitation classes leer je dat goed.
Ik denk dat het belang van goede training en begeleiding in de beginjaren van jonge ruiters heel erg onderschat wordt. Of anders gezegd; Als je je iets verkeerds hebt aangewend is het bijna onmogelijk om dat weer af te leren! Je praat dan over reflexen en automatismen.
De juiste stijl en daarbij heel stil kunnen zitten en onzichtbare hulpen kunnen geven moet je vroeg leren. Het is tegenwoordig bij die sensibele bloedpaarden in die delicate, technische parcoursen onontbeerlijk geworden.
Daarnaast natuurlijk een goede dressuurmatige opleiding wat net zo belangrijk is. Veel verschillende paarden rijden is eveneens een vereiste.

Wat je ook bij bijna alle topruiters met veel natuurlijk talent ziet is dat ze vroeger in hun jeugdjaren heel veel gesprongen hebben. David Broome had meerdere pony’s die allemaal heel verschillend waren. Nick Skelton bouwde kleine sprongen op en sprong de hele dag. Gerd Wiltfang idem dito. Piet Raymakers reed op een hit om de boerderij en sprong elke ronde over een paal op 1.10m. Zo zijn er heel veel voorbeelden. Wat je op jonge leeftijd veel doet, wordt later een tweede natuur.

Tegenwoordig worden talenten goed begeleid, Maar meestal eerst vanaf een hoger niveau van ca 1.30m. Je ziet dan vaak dat ze al verkeerde automatismen en reflexen hebben, wat moeilijk af te leren valt. Aan de basis zie je veel te weinig goede instructeurs. In Duitsland is dat een groot probleem, en dat zal in Nederland wel niet veel anders zijn.
Vroeger was dat meer andersom. Aan de basis waren er in Nederland vrij veel goede instucteurs, maar als de ruiters op een hoger niveau kwamen, stonden ze er alleen voor..
Je had in Zuidwest Drenthe bijvoorbeeld Cees Nooren. In Friesland Lammert Brouwer. Mijn vader in Groningen. In het midden van het land vroeger al Gruppelaar. In het westen Pruikemaker en in Limburg Wiel Hendrix. In Brabant had je later de gebroeders Heiligers. Allemaal mensen die veel ruiters opgeleid hebben.

Terug naar Ventsi. Hij reed toen in Redefin een paar fantastische nulrondes in de dikke tour en Emiel Hendrix kwam zeggen dat die jongen zo goed reed. Emiel zit in de selectie comissie en sindsdien hadden ze hem in de gaten.
Ventsi mag deze zomer dus in het kader van deze „Young Rider Acadamy“ een half jaar bij Jos Lansink mee trainen met een aantal eigen paarden.
Ik denk dat hij bij Jos precies op zijn plaats is. Ventsi heeft een hele goede basishouding en kan in het parcours heel stil zitten tot aan de afzet. Ik heb met hem altijd veel aan de dressuurmatige basis gewerkt en hij zal bij Lansink nog heel veel kunnen leren hoe je elk paard het beste kunt laten springen.

Als je dagelijks tussen topruiters rijdt, neem je onbewust dingen over.. De beste manier om iets te leren is nog altijd afkijken. Als je iets ziet, neem je het veel beter aan dan wanneer het je gewoon verteld wordt..
Mijn vader zei altijd: „Ogen luisteren beter dan oren..“ Een briljante spreuk waar ik nog o zo vaak aan terug denk..

Tonko Barlagen